Naomi Janssen (24) is flexverpleegkundige bij Erasmus MC. Op welke afdelingen komt zij zoal en waarom koos zij voor flexibel werken? Naomi legt het uit. 

Leuke afwisseling

Naomi studeerde drie jaar geleden af als verpleegkundige en wist nog niet zo goed welke kant ze op wilde: “Ik wilde weten welk specialisme het best mij bij paste, maar ik kwam erachter dat ik de afwisseling in mijn werk het allerleukst vond. Daarom werk ik nu nog steeds als flexverpleegkundige. Je komt bijna overal in het ziekenhuis en je blijft van elk specialisme leren.”

Schakelen

Als flexverpleegkundige moet je goed kunnen schakelen, vertelt Naomi: “Elke afdeling heeft natuurlijk een eigen werkwijze, elke patiënt heeft een eigen zorgvraag en die zorgvraag verschilt weer per specialisme. Dus je moet je van te voren goed inlezen. Op een gegeven moment word je goed in aanpassen, maar dat switchen blijft een leuke uitdaging. Echt geen dag is hetzelfde.”

Tijd indelen

Naomi bepaalt iedere week zelf hoeveel en wanneer ze op welke afdeling werkt: “Ik heb een nul urencontract dus ik kan mijn eigen tijd indelen. Ik schrijf me iedere week in op openstaande diensten. Dat is super fijn. Zeker toen ik nog bezig was met mijn vervolgstudie Gezondheidswetenschappen. Je kan werk en studie hierdoor goed combineren.”

Vaste afdelingen

Inmiddels heeft Naomi vaste afdelingen waar ze vaker terugkomt: “De laatste tijd werk ik bijvoorbeeld veel bij Hoofd-Halschirurgie en Interne Oncologie. Maar dat kan volgende maand weer anders zijn.”

Weinig nadelen

Nadelen van flexibel werken? Die zijn er niet, volgens Naomi. “Je inzet wordt op elke afdeling gewaardeerd. Het enige is misschien dat je je niet echt kan verdiepen op één specialisme. Ik weet niet alle ins en outs. Maar ik vind juist de afwisseling heel erg fijn, omdat je je blijft ontwikkelen.”

Best trots

En op die ontwikkeling is Naomi best trots: “Als ik zie waar ik drie jaar geleden stond als net gediplomeerd verpleegkundige en waar ik nu ben... Ik ben gegroeid in de manier waarop ik dingen bekijk en aanpak. Daar ben ik best trots op.”